Eén gouden oplossing voor de verduurzaming van mobiliteit bestaat niet. Als de sector échte verduurzamingsslagen wil maken, moet het inzetten op meerdere oplossingen, die naast elkaar kunnen bestaan en elkaar kunnen versterken. Dat stelt Gert Veenstra, CEO van leasemaatschappij Hitachi Capital Mobility: “Het is een en-en-en scenario.”
Hitachi Capital Mobility is een leasemaatschappij te vinden op drie locaties in Nederland: Groningen, Heerhugowaard en Rotterdam. Het bedrijf heeft inmiddels een wagenpark van ruim 16.500 auto’s opgebouwd. Veenstra: “Wij zien mobiliteit als een tool voor meer: wie zich kan verplaatsen, kan sociale contacten onderhouden, zichzelf ontwikkelen en meedoen met de maatschappij. Daar willen wij graag bij helpen.”
De leasemaatschappij biedt daarom mobiliteitsoplossingen in alle vormen en maten aan. Van de traditionele leaseauto tot deelauto’s en fietsen. Daarnaast experimenteert het bedrijf, in samenwerking met een aantal projectontwikkelaars, met nieuwe mobiliteitsoplossingen. “We kijken bijvoorbeeld naar abonnementen waarbij we uren van mobiliteit leveren, in plaats van de traditionele leasebak”, vertelt Veenstra. “Dergelijke oplossingen zullen we in de toekomst steeds vaker terugzien, maar de oude vertrouwde leaseauto verdwijnt echt niet van het toneel.”
Elektrische auto’s worden nog maar weinig afgenomen door de klanten van Hitachi Capital Mobility. Jammer, vindt Veenstra, maar niet verwonderlijk. Elektrische auto’s zijn vooralsnog relatief duur en subsidies zijn er nog te weinig, vertelt hij. Het leasen van een elektrische auto valt daardoor ook duurder uit. “Het is nu nog een oplossing voor de happy few.”
“Het aantal elektrische auto’s in Nederland is momenteel nog erg gering, zeker als je het vergelijkt met hoeveel we er over praten. Het gaat om een kleine 50.000 volledig elektrische exemplaren, tegenover een totale autovloot van 9 miljoen. Daar moeten we nog forse stappen maken. Maar ik ben ervan overtuigd dat de elektrische auto een belangrijk voertuig wordt. We moeten echter niet verwachten dat iedereen in 2025 in een elektrische auto rijdt.”
“We hebben in Nederland de neiging om alles tegelijkertijd te doen: om 6 uur gaan de lichten aan, koken we (steeds vaker elektrisch) ons avondeten en draaien we een wasje. Dat zorgt nu al voor een enorme piek in ons elektriciteitsgebruik. Als we op termijn ook nog eens massaal onze elektrische auto aan de stekker leggen, hebben we een probleem. De druk op het elektriciteitsnet wordt dan simpelweg te groot. De transitie naar elektrisch rijden gaat dus niet alleen om het aantal elektrische auto’s op de weg; het vraagt om een aantal belangrijke aanpassingen, zowel in ons gedrag als de infrastructuur. Het is essentieel dat we die zaken eerst op orde hebben.”
“Daarnaast moeten we ons afvragen of we onszelf niet in de voet schieten als we binnen korte tijd massaal overstappen op elektrisch vervoer. De capaciteit van duurzame energie is nog niet toereikend genoeg om aan dergelijke pieken in elektriciteitsvraag te voldoen. Dat betekent dat kolencentrales op volle kracht moeten bijspringen. Werken we onszelf dan niet tegen?”
“Ik verwacht dat we in de aankomende jaren toewerken naar een hybride systeem, waar alle mogelijke brandstoffen naast elkaar bestaan: een en-en-en scenario. Er bestaan genoeg duurzame alternatieven, die je gelijktijdig met de elektrische auto kan introduceren. Waterstof kan bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen als tussenoplossing, zodat we geleidelijk naar een grotere vloot van elektrische auto’s kunnen toewerken.”
“Maar denk ook aan nieuwe vormen van mobiliteit, zoals deelauto’s en zelfrijdende auto’s. We moeten per locatie en situatie onderzoeken welke oplossingen de meeste impact kunnen maken. Zelfrijdende taxi’s hebben in New Delhi bijvoorbeeld geen kans van slagen, maar tussen Assen en Groningen… Waarom niet? Hetzelfde geldt voor deelauto’s: daarmee kunnen we veel impact maken in grote steden. Maar op het platteland is dat een ander verhaal: met wie ga je je auto immers delen?”
“De overheid heeft een kartrekkersrol te vervullen. Dat klinkt misschien raar uit de mond van een ondernemer (die wil immers het liefst zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis), maar dat is echt nodig. De overheid moet de markt in beweging brengen, anders wordt het een langdurig traject.”
“Het gaat om regels stellen, doelen stellen en subsidies beschikbaar stellen. Dat zijn absolute vereisten om serieus te verduurzamen. Aan de mobiliteitstafel van het Klimaatakkoord zijn al ambitieuze doelstellingen gesteld, dat is een goede eerste stap. Maar nu moet de markt gestimuleerd worden om die ambities ook waar te maken.”
“Het moet bijvoorbeeld financieel aantrekkelijker worden om over te stappen op een elektrische auto. Dat is nu eenmaal de realiteit: we willen wel, maar het moet niet teveel extra centjes kosten. Je zag het een tijdje terug met de enorme groei van hybride auto’s; Nederland was daarin ineens het beste jongetje van de klas. Dat kwam omdat het financieel gepusht werd.”
“Maar je kan de markt ook met regelgeving stimuleren. Kijk naar Duitsland: daar mag je bepaalde steden niet meer binnenrijden met een dieselmotor. In Nederland overwegen ook steeds meer steden om de binnenstad dicht te gooien voor verbrandingsmotoren. Met dergelijke maatregelen duw je de markt natuurlijk ook in een bepaalde richting.”
“Die moet verantwoordelijkheid nemen en de portemonnee trekken, om de investeringen te maken waar deze transitie om vraagt. Ook als dat leidt tot wat minder winst op de korte termijn. Linksom of rechtsom, de transitie moet toch gefinancierd worden. Als we dat in Nederland al niet doen, waar dan wel? Ik vind dat we ons in Nederland best mogen onderscheiden als lichtend voorbeeld van wat er mogelijk is.”
“Ook wij hebben de taak om de markt te stimuleren en adviseren. Veel bedrijven worstelen met het terugdringen van hun footprint en met mobiliteit kan men belangrijke stappen maken. Als leasemaatschappij zijn we dan ook de uitgelezen partij om daarover in gesprek te gaan en een adviserende rol pakken.”
Bent u positief gestemd over een duurzame toekomst in mobiliteitsland?
“Absoluut. We staan aan de vooravond van een revolutie, waar onze achterkleinkinderen in geschiedenisboeken over zullen lezen. Daar ben ik van overtuigd. Je merkt het aan alles. Bijna alle automerken komen in de aankomende jaren met nieuwe elektrische auto’s op de markt, met steeds aantrekkelijkere prijskaartjes. Over een paar jaar zijn duurzame alternatieven er dus in alle soorten en maten. Dan kan het hard gaan.”
“Maar nogmaals: de infrastructuur móét meegroeien. Daarom moeten we niet verwachten dat we over tien jaar allemaal in een elektrische auto rond rijden. Dit heeft tijd nodig en dat is helemaal niet erg. De Industriële Revolutie vond ook niet binnen tien jaar plaats.”
Bron: Duurzaambedrijfsleven.nl